Een gang met gele deuren

Rating: 2.7167630057803 sterren
173 stemmen

 

1. Zakelijke gegevens:

 

A. Een gang met gele deuren.

B. Rom Molemaker

C. Noordhoff Uitgevers, Groningen/Houten. 2009. 144 bladzijde’s

 

2. Samenvatting

 

Martje is een meisje van 15 jaar die in Amsterdam woont. Ze vind het niet leuk dat ze naar IJselstein moet verhuizen voor haar vaders werk. Ze moet weg van haar vrien-dinnen op haar oude school. Als ze voor het eerst naar school gaat in IJselstein valt haar één meisje op: Gabriëlle, ze ziet er stoer uit met zwarte kleding en make-up. Bij haar eerste les moet ze naast Brenda gaan zitten. Brenda is iemand die er niet bij hoort, ze zegt tegen Martje dat Gabriëlle de leidster is van een criminele bende. Als Martje perongeluk iets gestolen heeft, heeft Gabriëlle dat gezien en ze denkt dat Martje het express deed. Op school zegt Gabriëlle tegen Martje dat ze het aan de politie zou vertellen dat ze gestolen heeft, behalve als Martje een keer mee ging chillen bij de hangplek met Meral en Veronique, twee meisjes die bij de criminele bende horen. Martje koos voor het laatste. Dat was de verkeerde keuze want ze neemt drugs en ze steelt vaker. Martje is er ook bij als Gabriëlle Brenda bedrijgt met een mes. Hun hangplek is een gekraakt pand en als het in brand word gestoken door Kars, dan schrikt Martje zich rot. Ze denkt erover na om niet meer bij de bende te horen, maar er is geen weg meer terug. Als ze op het bureau zit, hoort ze dat Gabriëlle, Meral en Veronique bekend zijn bij de politie. Op jet bureau hoort ze dat Gabriëlle ooit Kars heeft gehad en hem nu niet meer wil zien, omdat hij het heeft uitgemaakt. Gabriëlle haat Kars, en dus ook zijn bende. Als Gabriëlle hoort dat Meral met Kars heeft gezoend, flipt Gabriëlle helemaal. Meral moet boeten voor wat ze gedaan heeft. Ze staan met zijn vieren op het peron. Vooraan Meral, daarachter Martje en daar weer achter Gabriëlle, Veronique. Net voordat de tra, komt geeft Gabriëlle Martje een licht duwtje zodat zei tegen Meral aan valt. Meral komt voor de tram en er liggen overal bloedsporen.  Martje rent naar waar de tram is gestopt, zo’n twintig meter verderop. Ze moet huilen en als er mensen om haar heen komen staan, zegt één van die mensen: “zei heeft het gedaan, ik heb het zelf gezien”. Martje kijkt met ongeloof op en ziet dat Brenda haar aanwijst. Martje rent weg en als ze even later op een bankje zit, ziet ze Brenda met een politieagent lopen. Ze lopen richting Martje. Eigenlijk wil ze weer wegrennen maar dat gaat niet want ze is al buiten adem. Zo komt Martje in de gevangenis terecht. In de gevangenis probeert ze zich te herinneren wat er gebeurd is. Ze leert in de gevangenis een nieuwe vriendin kennen, Gladys. Zij helpt Martje met het leven in de gevangenis en ze worden goede vriendinnen. Ook is er een jongen die steeds op bezoek komt, Glenn, de jongen die vanaf de eerste dag op school al verliefd op Martje is. Hij steunt haar heel erg. Martje weet, dat hij een echte vriend is. Als het tijdens de rechtzaak bijna zeker is dat Martje de schuldige is, komt er een getuige. Hij zat tijdens het ongeluk in een taxi te wachten voor het stoplicht en  heeft gezien dat Gabriëlle Martje duwde en dat het dus niet Martje’s schuld is, maar die van Gabriëlle.

 

 

 

 

 

3. Over de auteur

Rom Molemaker

 

 

Rom Molemaker schrijft vooral voor lezers rond de 9 jaar. Zijn boeken gaan over pesten, vriendschap maar ook over verliefdheid. Zijn eerste boek voor jongeren kwam in 2002 uit: De eerste steen, een spannend verhaal over voetbalvandalisme. Hij kreeg er de debutantenprijs van de Jonge Jury voor!

 

Geboren

31 oktober 1945, Harderwijk

Opleiding

Hij ging naar de kweekschool

Werk

Van 1968 tot 1996 leraar, vanaf 1998 is hij fulltime schrijver

Woonplaats

Utrecht

Eerste boek

Olaf de Polaf (1998)

 

 

 

4. Over het boek

 

  1. Er zit een meisje (ik denk Martje) op een trap met gele treden. Die trap staat waarschijnlijk ook in de gang met gele deuren omdat het interieur dan goed bij elkaar past. Het meisje heeft zwarte haren en make-up op. Ze heeft een hand in de haren en kijkt verdrietig omdat ze perongelijk een meisje voor de tram heeft gegooid. Ook staat de titel van het boek en de naam van de schrijver op de voorkant.
  2. Het boek is aan niemand opgedragen.
  3. Het boek speelt zich af op de school van Martje omdat ze daar in contact komt met Gabriëlle, in Martje’s huis,omdat ze daar met haar ouders praat, in de chillplek omdat ze daar chillen, in de jeugdinrichting, omdat ze daar gevangen zit, in de rechtbank, daar verteld de rechter hoelang ze moet zitten en of ze vrijkomt en het speelt zich natuurlijk ook af op het perron, omdat dat de plek is waar ze Meral perongelijk geduwd had.
  4. Het verhaal gaat over de gevoelens van Martje dus het is vanuit Martje’s perspectief geschreven.
  5. Het boek heeft een gesloten einde want er is geen onderwerp meer om op door te gaan, alles is afgelopen.

 

 

5. Leeservaringen

 

1.   Onderwerp

Het verhaal spreekt me aan omdat iedereen dit het kan overkomen dat je verkeerde vrienden te kiest. Het heeft me geen nieuwe kanten van het onderwerp laten zien omdat je deze verhalen wel vaker leest. Ik ben wel aan het denken gezet om geen verkeerde vrienden te kiezen okal zien ze er zo stoer uit. Ik had verwacht dat Martje onschuldig werd verklaard en dat kwam uit. Ik ben het wel met de mening van het verhaal eens. Ik ben over het onderwerp anders gaan denken want ik had nooit bedacht dat je verkeerde vrienden kon kiezen. Het onderwerp is niet verassend want in het begin van het verhaal word al een beetje uitgelegd hoe het gebeurde, wie waar stond en dat het perongelijk ging dat Martje Meral duwde. Er word veel besproken over de dingen die Martje vindt, maar ik zou meer willen weten over de dingen die Gabriëlle vindt. Ik heb nog nooit een verhaal gelezen die hier heel veel op lijkt.

 

2.   gebeurtenissen

 

Tijdens het lezen werd het verhaal steeds leuker omdat er steeds nieuwe dingen gebeuren. Het verteltempo was hoog want het verhaal speelt zich in korte tijd af. Het verhaal gaat over de gebeurtenissen, want dat is het belangrijkste. De gebeurtenis-sen hebben bij mij wel indruk gemaakt en de gebeurtenis dat Gabriëlle Martje duwd heeft bij mij het meeste indruk gemaakt omdat dat het belangrijkste is wat er in het boek gebeurt. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig want het kan best zijn dat dit een keer in het echt gebeurd dus het is ook best waarschijnlijk. Ik heb het zelf nooit megemaakt dat iemand voor de tram werd geduwd. De gebeurtenissen zijn verassend want ik wist nooit wat er ging gebeuren. In het verhaal staan eigenlijk geen gebeurtenissen die ik zou willen meemaken.

 

3.   Personages

 

Martje is niet iemand die voor je gaat leven want het verhaal is niet in de ik- vorm geschreven, datzelfde geld voor de andere personages. Ik kan me wel goed verplaatsen in de gedachtenwereld van de personages. Ik zou niet op de hoofdpersoon willen lijken, want ze heeft eigenlijk helemaal geen leuke tijd. Ik vind dat Martje zich gedraagd zoals ze zich hoort te gedragen maar de rest van de criminele bende niet want ze zijn crimineel. De ene keer reageren ze verassend, de andere keer voorspelbaar. Er is niemand die me heeft beïnvloed en het gedrag heeft me niet aan het denken gezet. Je komt genoeg dingen over de personages te weten om te begrijpen hoe ze denken en doen. Je begrijpt daarom het innerlijk ook goed. De personages veranderen niet of nauwelijks door wat ze meemaken.Ik vind geen een beslissing vreemd.

 

4.   bouw

 

Het verhaal begon met een beschrijving van het moment van het ongeluk. Daarna wordt er helemaal verteld wat er gebeurt dus het word op een logische wijze verteld.

Tussendoor bevat het verhaal terugblikken waardoor het verhaal een beetje spannender word. Ik vond het een leuk slot;de advocaat zegt tegen Martje dat de chauffeur ook getuige is en die verteld dat Martje gewuwd werd door Gabriëlle.

 

5.   taalgebruik

 

Het verhaal is snel te lezen, vooral als het onderwerp je aanspreekt. Er zit geen moeilijke taalgebruik in en er zitten veel gesprekken in wat het ook leuker maakt om het boek te lezen.

 

 

6.  Verwerkingsopdracht.

 

ik heb ervoor gekozen om vier nieuwe titels voor het boek te maken.

 

1.    Ik heb het niet gedaan!

 

Deze titel betekend dat Martje het niet heeft gedaan maar Gabriellë. Eerst weet ze niet meer wie het gedaan heeft of hoe het is gegaan maar later blijkt dat ze Meral niet heeft geduwd.

 

2.    Bij de verkeerde halte gaan staan.

 

Dit betekend dat Martje bij de verkeerde vriendinnen is gaan staan. Dat ze de verkeerde keuze heeft gemaakt om te gaan ‘chillen’ bij de hangplek met de dames van de criminele bende. En het heeft er ook mee te maken dat ze bij de verkeerde tramhalte is gaan staan want als ze er niet stond hoefde ze ook niet in de jeugdinrichting te zitten.

 

3.    Op het verkeerde spoor terechtkomen.

 

Martje is op het verkeerde spoor terecht gekomen omdat ze bij de criminele bende is gaan horen. Meral is ook op het verkeerde spoor terechtgekomen omdat ze op het tramspoor kwam waar de tram overheen reed.

 

4.    Het tramperrongeluk

 Toen het ongeluk gebeurde stonden de dames op een tramperron en het was perongeluk wat Martje deed